Filosofiekalender 2003 (8)
‘Een context is nooit geheel en al bepaalbaar.’ (Jacques Derrida, Marges de la Philosophie, 1972)
Derrida veronderstelt dat begrippen en dingen een arbitraire relatie hebben. De betekenis van het woord ‘boek’ is niet bepaald door het ding boek. De betekenis ontstaat alleen door de relatie die woorden onderling hebben. Wij weten wat ‘zwart’ betekent, omdat we ook de woorden ‘wit’, ‘kleur’ en ‘donker’ kennen. Betekenis ontstaat dus in de context van andere betekenissen.
Volgens Derrida kunnen we daarom nooit zeker zijn van een betekenis, want de context is nooit geheel in kaart te brengen. Ten eerste bestaat er een oneindig aantal begrippen en is de context van elk begrip binnen het systeem niet vast te stellen. Ten tweede kunnen we alleen een woord gebruiken als dit woord in principe herhaalbaar is, als we het steeds opnieuw kunnen identificeren. Herhaalbaarheid veronderstelt echter herhaling ergens anders: een woord draagt niet alleen de mogelijke betekenis in de huidige context met zich mee, maar ook de betekenis in een oneindig aantal andere mogelijke contexten.
In de woorden van Derrida: er is een surplus aan betekenis, de context is nooit geheel bepaalbaar en de betekenis van een woord blijft daarom onbeslisbaar.