Koestler,
die in zijn jeugd korte tijd lid was van de Communistische Partij, beschrijft
in deze roman waarom hij met de partij gebroken heeft. Het communisme
was volgens hem gedoemd te mislukken. Het is niet mogelijk het individu
te ontkennen en tegelijkertijd te verwachten dat mensen verantwoordelijk
zijn.
Mensen hadden volgens de partij geen vrije wil. Zij konden niet kiezen
tussen alternatieven of tussen goed en slecht. Toch werd er van hen verwacht
dat ze de juiste beslissingen maakten en werden ze schuldig bevonden of
aangeklaagd wegens verraad.
Er is een fout gemaakt in de berekening van de partij. De wiskundige vergelijking
luidde: een individu is niets anders dan een massa van een miljoen gedeeld
door een miljoen. Op grond van die gedachte kunnen er geen individuele
fouten gemaakt worden. Dat de partij vervolgens aan de lopende band verraders
aanwijst, bewijst dat de wiskundige vergelijking niet klopt.
|