Aan
het woord is Orville, de hoofdpersoon van het boek. Orville is een verhalenverteller.
Iets is voor hem pas gebeurd, als het verteld is. Hij denkt vaak hardop
en wil al zijn indrukken met anderen delen. Hij heeft dat nodig om te
kunnen leven.
Het vertellen van een verhaal veronderstelt een groep mensen die luistert.
Orville meent dat hij niet werkelijk kan leven zonder zich verbonden te
voelen met anderen. Als er niemand luistert, voelt hij zich van alles
buitengesloten en bevindt hij zich niet meer in de wereld van de levenden.
Alleen is hij niemand, een lichaam dat functioneert en consumeert en verder
niets.
We kunnen zijn uitspraak, dat hij een tussenwezen is, daarom op twee manieren
begrijpen. Hij is een wezen 'tussen anderen in'. Hij kan niet op zichzelf
staan en heeft de verbondenheid van een groep nodig. En hij is een wezen
dat, als hij toch alleen wordt gelaten, niet meer bij de levenden thuishoort.
Zonder anderen leeft hij tussen twee werelden in.
|