Citaat 62

Wim Kayzer
Van wie hebben we eigenlijk geleerd dat het een doodzonde is om een verhaal te vertellen dat niet klopt, dat het een doodzonde is om een leven te leiden dat van de onwaarschijnlijkheden aan elkaar hangt?
(De Waarnemer, 2004)


De eerste roman van Wim Kayzer begint met de dood: een Franse vrouw van middelbare leeftijd heeft kanker en spreekt met de hoofdpersoon, een Nederlandse huisarts, over haar leven. Ze vertelt verhalen, haalt herinneringen op en stelt retorische vragen. Ze wil alles gezegd hebben voordat ze overlijdt en de arts hoort het allemaal aan. Over haar vader, haar liefdes en haar verdriet. Door haar leven te vertellen, zal ze in het hoofd van die ander blijven spoken, zodat ze, zelfs na haar sterven, minder snel dood zal gaan.
De arts hoort hoe haar verhalen tegenstrijdig zijn, hoe ze zichzelf weerlegt en onmogelijke feiten tot waarheid benoemt. Hij maakt haar er niet op attent en corrigeert haar nooit. Hij weet dat ze niet probeert hem om de tuin te leiden: haar herinneringen zijn onverenigbaar. ‘De waarheid over dit leven? Mogelijk schuilt ze alleen in het verzoenen van de leugens erover.’


terug naar overzicht citaten
vorige citaat
volgende citaat