Citaat 59

Nicolaas Matsier
Soms overkomt het je dat je opstaat uit je stoel, met een of ander doel: je wilde iets opzoeken, je moest wat halen, je ging koffie zetten – en opeens weet je niet meer waar het om begonnen was.
(Gesloten Huis, 1994)


De situatie van tijdelijke doelloosheid is zeer herkenbaar. Je bent halverwege de trap en denkt: wat ging ik ook al weer doen? Een minuut geleden aan de keukentafel wist je het nog precies. Nu bungel je tussen heden en toekomst in. De enige manier om het doel te hervinden, is om terug te keren naar de plaats waar je was. Zodra je weer aan die keukentafel zit, kun je je herinneren, waarom je opstond.
Matsier gebruikt deze ervaring als metafoor om iets over het leven te zeggen. Zijn autobiografische roman Gesloten Huis verhaalt over het ontruimen van zijn ouderlijk huis nadat zijn moeder is overleden en de herinneringen die deze activiteit met zich meebrengt. Hij schrijft over een periode van waanzin. Onverwerkt verdriet uit zijn jeugd en onzekerheden uit zijn huidige leven zorgen voor een gevoel van doelloosheid en paniek. Ook in dit geval is de oplossing een terugkeer. Om het gat tussen zijn heden en toekomst te dichten, om zijn doel terug te vinden, moet hij opnieuw naar de plek waar hij was toen het doel hem gegeven werd, zowel letterlijk als in gedachten. Als een mens handelt en deze handeling hem zonder haperen van het ene moment naar het andere brengt, van het heden zonder onderbreking naar de toekomst, dan is een mens het gelukkigst volgens Matsier.


terug naar overzicht citaten
vorige citaat
volgende citaat