Elias
Canetti maakte zich dertig jaar geleden zorgen om het beroep van schrijver.
Er waren voldoende mensen die boeken schreven, maar volgens hem kon niemand
zich in die tijd met recht schrijver noemen. Hij had dan ook een gedetailleerd
idee over wat zo’n persoon zou moeten zijn.
Allereerst moet een schrijver ervan doordrongen zijn, dat hij of zij verantwoordelijk
is. Alleen wat mooie woorden op papier, is niet genoeg. Een schrijver
moet geloven in de kracht en uitwerking van zijn woorden. Zijn boeken
kunnen de wereld misschien nooit veranderen, maar moeten wel met die inzet
geschreven zijn.
De belangrijkste taak van de schrijver is het behoud van gedaanteveranderingen.
Canetti gebruikt deze pretentieuze term om een proces aan te duiden wat
vaak inleving of empathie wordt genoemd. Schrijvers moeten zich openstellen
voor alle mensen, zij moeten iedereen kunnen worden. De stemmen van duizenden
mensen moeten in hem hoorbaar zijn, zodat ook de kleinsten aan bod komen.
Alleen iemand die deze verantwoordelijkheid serieus neemt, mag zich schrijver
noemen.
|