De kracht van Huizinga’s
teksten ligt vooral in zijn beeldend vermogen: als geen ander wist hij
voor zijn lezers een beeld van het verleden op te roepen. In plaats van
simplistische verklaringen, koos hij voor uitvoerige en toch kernachtige
beschrijvingen die de dualiteit van de gebeurtenissen in tact lieten.
Een goede historicus moet volgens Huizinga verder gaan dan uiteenzetten;
hij moet het verleden ervaren. Het begrip ‘historische
sensatie’ wordt door Huizinga gebruikt om te beschrijven hoe hij
soms het verleden werd ingetrokken. In zo’n sensatie vloeide hij
over in een wereld buiten hem waarin hij werkelijk contact kon maken met
het verleden. Historici die ontvankelijk zijn, kunnen deze vierde dimensie
ervaren en het verleden met meer dan alleen de ratio benaderen. Of zoals
Huizinga het ook heeft uitgedrukt: in de historische sensatie kan een
historicus het verleden begrijpen zoals men muziek begrijpt.
|