Citaat 29

Friedrich Nietzsche
'Er zijn mensen die postuum geboren worden.'
(Ecce Homo, 1888)


Nietzsche is ervan overtuigd dat hij te vroeg geboren is en is daar bovendien erg trots op. Hij meent dat het zijn lot is een voorbode te zijn voor een waarheid waarvoor niemand nog kan open staan. Zijn hele leven wordt hij geconfronteerd met mensen die hem niet begrijpen of die zijn ideeën zelfs sterk afkeuren. Al deze tegenwerking deert hem niet, omdat hij weet dat zijn filosofie later wel geaccepteerd zal worden. Hij heeft een sterk vermoeden dat op het moment dat mensen klaar zullen zijn voor zijn geschriften er speciale leerstoelen zullen komen om Also sprach Zarathustra te interpreteren.
We kunnen Nietzsche achteraf moeilijk ongelijk geven. Zijn filosofie werd pas ruim na zijn dood populair en pas ruim na de oorlog kreeg zijn uitspraak 'God is dood' de betekenis die het verdiende. Nu geldt het voor veel meer denkers en kunstenaars dat ze pas na hun dood erkend worden, maar het unieke van Nietzsche is, dat hij niet te bescheiden was dit meerdere malen en met overtuiging op papier te zetten. Hij heeft het uitsluitend over zichzelf als hij schrijft: 'er zijn mensen die postuum geboren worden.'


terug naar overzicht citaten
vorige citaat
volgende citaat