Lezers
gaan ervan uit dat schrijvers iets te zeggen hebben. Daarom lezen zij
boeken. Schrijvers hebben een boodschap of een verhaal en publiceren een
boek om dat wat ze te zeggen hebben aan de lezer te vertellen.
De Franse filosoof Maurice Blanchot heeft een andere opvatting. Volgens
hem wil een schrijver juist helemaal niets zeggen. Een schrijver is vertwijfeld
over de taal. Hij wil de taal niet langer als middel zien om iets te communiceren.
Hij wil de taal alleen maar laten zijn.
Boeken schrijven in de hoop niets te zeggen, is paradoxaal. Hoe kun je
niets zeggen door onophoudelijk te blijven praten? Als een schrijver het
'niets' wil uitdrukken dan gooit hij zijn eigen ruiten in als hij wat
op papier zet, zelfs als hij scrhijft: 'er valt niets te zeggen'.
Blanchot heeft het in zijn boeken niet over alle schrijvers. Hij heeft
een zeer elitaire opvatting van wat een echte schrijver is. Alleen schrijvers
die schrijven in de valse hoop dat ze niets zullen zeggen, mogen zichzelf
schrijver noemen: 'Het teken dat een schrijver van belang is, is dat hij
niets te zeggen heeft.'
|