Filosofiekalender 2008 (13)
‘De voorstad mocht branden, op het gazon werd niet gelopen. ‘ (Adriaan van Dis, De Wandelaar, 2007)
In deze roman van Adriaan van Dis wordt achter de façade van het schitterende Parijs een andere stad zichtbaar. Tijdens een routineuze avondwandeling wordt de aandacht van de hoofdpersoon Mulder getrokken door dikke rookwalmen boven de torens van een nabijgelegen kerk. Er woedt een brand in een oud pand en Mulder is er getuige van hoe slachtoffers in paniek uit het raam springen. Een hond die de val vanaf de tweede verdieping dankzij de sterke armen van een brandweerman overleeft, springt tegen Mulder op en laat kwispelstaartend blijken dat hij zijn nieuwe baasje gevonden heeft.
Vanaf die dag laat Mulder zich door de hond leiden en op zijn routes door de stad maakt hij kennis met vluchtelingen, zieken en armen. Als de lelijkheid en het verdriet Mulder te veel wordt, zoekt hij zijn toevlucht in een museum of in een overdreven goed gecultiveerd park. Frankrijk kan in rep en roer zijn over integratie, mensenrechten en de islam, maar ze zullen hun nationale trots nooit verwaarlozen. ‘De voorstad mocht branden, op het gazon werd niet gelopen.’