Vier oren
Een paar jaar geleden, toen het tot de mensen om mij heen doordrong dat mijn verlangen om te schrijven geen bevlieging was en zij begrepen dat ik, wat er ook gebeurde, zou blijven schrijven, werd mij vaak gevraagd of zij op hun woorden moesten passen.
‘Je gaat dit toch niet in je boek zetten, hè?’ of ‘Als ik je dit vertel, moet je er geen verhaal van maken, hoor.’
Ik heb iedereen altijd gerustgesteld, want ik had betere bronnen dan hun levens. Waarom zou ik me tot het alledaagse beperken als ik mijn verbeelding had, mijn onderbewuste, mijn inspiratie? Ik vond hun persoonlijke verhalen simpelweg niet interessant genoeg om te gebruiken.
Maar sinds kort kijk ik anders naar de wereld om me heen. Eerst stond er een muur tussen wat ik ervoer en waar ik over schreef. Nu loopt alles door elkaar heen. Al kijkend en luisterend vraag ik me af: zit hier een verhaal in, een personage, een roman? Mijn verbeelding is niet opgedroogd, in tegendeel, mijn verbeelding is alleen gevoeliger geworden voor wat er om me heen gebeurt. En ik ben de schoonheid van het alledaagse gaan waarderen. Zelfs zo erg dat ik tijdens mijn ervaringen al aan het schrijven ben.
Laatst bijvoorbeeld, op een saaie woensdag waarop in het Zuiden de bussen staakten, was ik bij mijn oma op bezoek. Vaak heb ik me afgevraagd of ik een roman over haar zou kunnen schrijven. Ik verplichtte mezelf met haar over vroeger te praten, toen ze nog in Den Haag woonde met haar man en ze samen een van de eerste Albert Heijn filialen bestierden. Meestal kwam ik tot de conclusie, dat haar leven mij wel interesseerde, maar dat ik het niet aan de rest van de wereld zou kunnen verkopen. Deze middag stond zij echter voor mij als een boeiend personage, een sterke oude dame met een koppig karakter, een rijke fantasie en een verleden met meer geluk en verdriet dan ik mij kon voorstellen. Ik zag haar als een moeder, een zus, een buurvrouw, als iemand die altijd over anderen spreekt en alleen via die woorden iets over zichzelf vertelt. En ik kon niet anders dan van haar houden, van deze vrouw die met haar negentig jaren gerust nog gaat winkelen om mooie schoenen en een pakje te kopen voor de bruiloft van haar kleinkind.
‘Claire, luister je wel?’
Ik lach.
Ja oma, ik luister, met wel vier oren tegelijk, want terwijl ik luister, ben ik ook aan het schrijven.
Mijn leven is ineens twee keer zo intens geworden.
2 Comments
marieke
wauw! ja zo luister ik ook, alleen schrijf ik er niet bij. geweldig toch zo een leven, vol met verhalen, verhalen, verhalen, verhalen (letters worden kleiner en verdwijnen in een zachte zucht met dromerige blik, of nee juist een twinkeling in mijn ogen en rode oren of nee, trappelende voeten om bij de volgende deur aan te kloppen en weer een verhaal te horen van een prachtig of net iets minder prachtig mens met zijn eigen verhalen, misschien wil die ze ook wel met me delen…….
ben benieuwd, misschien dat ik DAT boek wel van je ga lezen.
Pleeg
Toen paste Albert Heyn nog echt op de kleintjes.