Roland Holst Huis – Bergen (12)
Zo veel te doen in Bergen en ik doe nergens aan mee. De concerten in de Ruïnekerk, de kunstmarkt, de tentoonstellingen in het Kranenburgh museum – ze gaan aan me voorbij. Een paar jaar geleden nog zou ik me daar schuldig over gevoeld hebben. Wat een onbetamelijke cultuurbarbaar! Wat een minachting voor het dorp dat jou verwelkomt! Inmiddels durf ik mijn roman als reden naar voren te schuiven: ik ben hier om te schrijven. Niet om mijn interesse in kunst te tonen en niet om te integreren. Ik neem alleen de tijd voor wat rust en inspiratie bevordert: op een duin naar de zee staren, met straffe wind door de polder fietsen.
En ik geef mijn aandacht aan het voedsel dat ik eet. Postelein. Aalbessen. Roggebrood. Oude Beemsterkaas. Niet alleen mijn garderobe, ook mijn ingewanden dwing ik te vernederlandsen. Frankrijk ligt niet zo ver weg en toch zie ik die producten daar zelden op de markt. Andersom ben ik hier in Bergen verstoken van witte aubergines en mirabellen. Iedere dag rijden er vrachtwagens met Nederlandse tomaten naar Frankrijk (voor in de goedkope supermarkten) en rijden er evenveel vrachtwagens met Franse tomaten naar Nederland (voor in het luxeschap). Variatie levert het niet op. Maar misschien is dat niet erg, want zo blijft er op culinair gebied altijd iets om naar terug te verlangen.