Roland Holst Huis – Bergen (21)
De aanhoudende regen houdt me uit de duinen en achter mijn roman. Het is al weer een week geleden dat ik de zee rook. Misschien moet ik me niets aantrekken van een bui hier en daar, maar het vooruitzicht van nog meer kou schrikt me af – ik heb het hier in dit huisje al koud genoeg. Ik herinner mezelf er koppig aan dat het augustus is en weiger de verwarming aan te zetten. Ondertussen heeft het KNMI het gerust over 11 tot 14 graden. Bij mijn volgende bezoek aan de Nederlandse kust neem ik mee: zuidwester, kaplaarzen, wollen vest en waterdichte jas.
Gelukkig brak gisteren aan het eind van de dag de zon door zodat ik op de fiets naar het dorpje kon gaan om er de poëzie-avond in de Eerste Bergensche boekhandel bij te wonen. Er waren maar liefst drie dichters en een singer-songwriter die hun werk voordroegen en de winkel stond vol belangstellenden. Tsead Bruinja had naast uitstekende gedichten ook zijn Fries om de mensen mee te verleiden en Leine gebruikte natuurlijk haar stem en de gitaar – met succes, kan ik wel zeggen. Pim te Bokkel en Hélène Gelèns hadden enkel woorden en blikken om het publiek te bekoren, maar die doseerden ze beiden zo beheerst, dat de spanning en aandacht nooit verslapten.
‘Het is de stilte en het zwijgen,’ verklapte Pim mij later. ‘Mensen luisteren beter wanneer je niets zegt.’ Ik nam het ter harte; de volgende keer dat ik voordraag, zal ik een kort fragment kiezen en het traag en met grote gaten voorlezen. Met prachtige woorden gevuld, zette ik weer koers naar het huisje aan de Nesdijk.