Luiaard
Ik doe nu net alsof ik druk aan het schrijven ben – en dat ben ik natuurlijk ook, maar ik was vooral aan het nadenken en dat zien mensen niet aan je. Ik typ deze woorden nu alleen omdat twee buurvrouwen buiten in het hofje staan en naar de wijnranken kijken om in te schatten of die de winter zullen overleven. En wanneer zij die wijnranken met hun ogen volgen, komen ze vanzelf bij mijn raam uit op de eerste verdieping waarachter ik zit, in mijn pyjama met mijn handen op het toetsenbord. Als ik maar wat zat te staren, zouden ze kunnen denken dat ze een luiaard in het hofje hadden, maar nu ik tik, weten ze dat er een schrijfster woont, die zo veel inspiratie heeft, dat ze meteen uit bed gaat zitten werken en pas later de tijd neemt zich aan te kleden.