Institut Néerlandais per 1 januari 2015 gesloten?
In februari besloot het Institut Néerlandais te stoppen met de programmering van maatschappelijke debatten en literatuur avonden. Bezuinigingen maakten het noodzakelijk de activiteiten in te krimpen. Ik was toen verontwaardigd en teleurgesteld. Dit weekend ontving ik een e-mail met het bericht dat het instituut per 2015 zal worden opgeheven – een besluit van demissionair minister Rosenthal en zijn op reces zijnde parlement.
Pardon? Wat een gehaaste, idiote gang van zaken! Even tussen neus en lippen door (demissionair, reces) zo’n besluit nemen – is dat rechtsgeldig, democratisch? De Raad van Toezicht van het instituut is meteen opgestapt en de directie heeft besloten een bezwaarschrift in te dienen. Ze vragen, heel terecht, om de uitvoering van het besluit op te schorten tot na de verkiezingen, want volgens hen is onvoldoende vastgesteld waarom opheffing noodzakelijk is. Naar aanleiding van de aangekondigde bezuinigingen had het instituut juist een eigen beleid opgesteld met alternatieve oplossingen en het (deels al in uitvoering zijnde) plan zich verder te professionaliseren wat betreft fondswerving. Dat culturele activiteiten in New York en Berlijn vanuit de Nederlandse ambassade worden georganiseerd is geen goed argument om een onafhankelijk cultureel huis dat sinds 1957 veel internationaal aanzien heeft in Parijs te sluiten. Ambassades opereren veel meer onder invloed van de politiek – gedurfde exposities of debatten zie ik daar niet georganiseerd worden. Daarnaast is het instituut meer dan een doorgeefluik van cultuur. Margot Dijkgraaf schrijft (op Facebook, maar wellicht ook in het NRC): “Het heeft ook een makelaarsfunctie waarbij Franse en Nederlandse organisaties aan elkaar worden gekoppeld en wederzijds ervaringen worden uitgewisseld en know how gedeeld. En het Institut is de ontmoetingsplaats voor kunstenaars, beleidsmakers, historici, academici – maar vooral voor de gewone Fransman en de gewone Nederlander.” Dat laatste kan ik beamen; veel van mijn contacten in Frankrijk heb ik dankzij het instituut ontmoet.
Ik hoop van harte dat aan het bezwaarschrift gehoor wordt gegeven en een nieuw kabinet deze herfst overtuigd kan worden van het belang van het Institut Néerlandais. Bezuinigingen zijn noodzakelijk, maar dat is geen reden om een culturele koningin respectloos de kop af te hakken.
3 Comments
Paul van der Werf
Cynisch zou ik bijna zeggen: welkom in Nederland. Rare lui daar in Den Haag, tenminste, die Kunduz/Wandelgangen – is te zien aan JanKees, nietwaar? – coalitie bakt er al net zo weinig van als de eerdere jaknikkers van een zekere geblondeerde figuur uit Venlo, ik ben even zijn naam kwijt, maar het is niet gewenst dat ik me die naam weer herinner.
Men schijnt te hopen dat een nachtwakersstaat eigen initiatief doet opbloeien. Dat is in een hele kleine notendop geloof ik het liberale gedachtegoed. Ik vrees meer voor de nachtkaars. Gepolitiseerde cultuur is nooit goed, sterker nog, de hele Raad voor Cultuur, is gebaseerd op het op het idee dat de staat niet oordeelt over cultuur. Dat is men blijkbaar vergeten als het geld kost. Dommage, een klein beetje geld levert zo veel moois op.
Voorlopig toch maar even op een cultureel houtje bijten vrees ik en toch maar de liberalen hun zin geven en zelf ideeën ontplooien. Totdat men inziet dat de handel met Frankrijk ernstige schade oploopt. Enkele jaren geleden kwamen dergelijke cijfers ook al over Duitse handelscontacten naar buiten. En wat wil de liberaal: handel. Dus misschien heeft hij op den duur wel weer geld. Of er gaat 12 september een andere wind waaien, dat zou nog mooier zijn.
Claire Polders
Ja, als we cultuur gaan zien als iets dat vooral de handel ten goede moet komen, is het met een maatschappij triest gesteld. (Dank voor je comment!)
Paul van der Werf
Helaas wel, ja. Maar je moet, hè, om cultuur niet verloren te laten gaan.