Filosofie Scheurkalender 2010 (22)
‘Ik ben tweemaal geboren: de eerste keer als een babymeisje, op een opmerkelijke smogloze dag in Detroit in januari 1960; en daarna opnieuw, als een tienerjongen, in een EHBO in de buurt van Petoskey, Michigan, in augustus 1974.’ (Jeffrey Eugenides, Middlesex, 2003)
Het leven is mysterieus, maar van een paar dingen denken we zeker te zijn: iedereen wordt één keer geboren en iedereen gaat één keer dood. Maar misschien is het niet zo simpel.
In deze Pulitzer Prijs winnende roman bewijst Eugenides dat het mogelijk is twee keer geboren te worden en stelt hij de vraag naar identiteit en sekse. Aan het begin van de eeuw worden een Griekse broer en zus tegen wil en dank verliefd op elkaar. Na de Eerste Wereldoorlog emigreren ze naar de Verenigde Staten om als man en vrouw te kunnen leven. Ze krijgen een gezonde dochter, die met een Griekse immigrant trouwt en zij krijgen op hun beurt een baby: Cal, de verteller.
De dokter die Cals bevalling begeleidt, ziet niets bijzonders aan het kind en kondigt aan dat het een meisje is. Pas veel later, in het begin van de pubertijd, als haar borsten niet groeien en haar eerste ongesteldheid uitblijft, raken haar ouders gealarmeerd. Toch weet Cal haar geheim nog lang verborgen te houden, ook voor zichzelf – pas tijdens haar eerste seksuele ervaring begrijpt ze, dat ze een hermafrodiet is, die eigenlijk een man wil zijn. En in een ziekenhuis op de EHBO afdeling wordt hij/zij uiteindelijk opnieuw geboren.
Middlesex is een verhaal dat zelfs de simpelste schema’s in twijfel trekt: ook van geboorte-leven-dood kunnen we niet zeker zijn.