Filosofie Scheurkalender 2010 (11)
‘Musicale creatie aan de ene kant, een machine om te kwellen en vernederen aan de andere kant: het beste en het slechtste waartoe mensen in staat zijn.’ (J.M. Coetzee, Diary of a bad year, 2007)
De Nobelprijswinnaar Coetzee vindt in iedere roman een manier om zijn engagement te tonen en tegelijk een spannend verhaal te vertellen. In Diary of a bad year laat hij een alter ego aan het woord, een ouder wordende schrijver die verliefd wordt op een sensuele jonge vrouw die in zijn appartementencomplex woont. De schrijver werkt via een dictafoon aan een boek, dat de jonge vrouw uittypt en de lezer van deze roman te lezen krijgt.
In dat boek geeft hij zijn mening over terrorisme, Guantanamo Bay en nationale schaamte. De schrijver vindt het buitengewoon dat de Verenigde Staten martelingen toepast en dat niet meer Amerikanen zich de ogen uit hun kop schamen vanwege het beleid van hun overheid. Hoe kunnen zij de eer van hun land redden? Door zelfmoord? Door het wanstaltige regime te vermoorden?
Misschien kan de eer van Amerika alleen gered worden door het tegengestelde op te roepen: trots. Misschien moet men iets doen wat een hernieuwde trots op de Verenigde Staten kan rechtvaardigen: een symfonie schrijven bijvoorbeeld, die ieders hart en ziel beroert. Want de mens is tot het slechtste in staat, maar ook tot het beste.