Ergernis
Wanneer mijn huis is omgetoverd tot muziekstudio (samenwonen heeft voor- en nadelen) zoek ik de kalmte op van het Institut Neerlandais om te kunnen schrijven. In een lichte bibliotheek met twaalf werkplekken ben ik vaak de enige aanwezige. Soms zit er een oudere heer in een naslagwerk te neuzen en soms werkt er een vrouw in zichzelf gekeerd aan een laptop, zoals ik.
Vandaag werd de kalmte doorbroken door drie meisjes van rond de zestien. Ze zeiden netjes bonjour, fluisterden bescheiden met elkaar en slikten hun giechels in en toch konden ze niet storender zijn. Om de haverklap keken ze op, haalden een hand door hun haar, zuchtten, tikten met hun voet tegen de tafel en kauwden op hun pen. Mijn concentratie werd dun als vloeipapier.
Juist op het moment dat ik het zaaltje wilde verlaten om in een rumoerig café verder te schrijven, pakten ze hun spullen weer in. En omdat ik toch wel nieuwsgierig was geworden naar wat zij in mijn bibliotheek deden, vroeg ik ze nog net voor vertrek wat hen hier had gebracht.
‘We onderzoeken het Amsterdam van Anne Frank,’ antwoordde er een.
‘Voor een schoolproject?’ vroeg ik.
‘Nee,’ antwoordde een ander, omdat we het ons niet kunnen voorstellen.’
Onmiddellijk had ik een hekel aan mezelf. Wie ergert zich nou aan meisjes die zich vrijwillig in dat onderwerp verdiepen? Als ze er deze week nog eens zitten, trakteer ik op koffie.
One Comment
Rob
En aan het eind van het verhaal, ben je blij dat je ze niet om stilte hebt gevraagd.
Situaties als deze zijn zeer herkenbaar.