Een doordeweekse dag
8.30 Ik rek me uit en kijk door het raam. Blauwe luchten of grijs? Als het regent, heb ik dat al aan het getik op mijn dakraam gehoord. April doet wat ie wil: schapenwolkjes.
9.00 Een glas citroensap, het bed opmaken. En geen afwas, want gisterenavond gingen we uit eten met de man van Montreal. In gedachten droom ik verder.
10.00 Tijd voor de krant en de e-mail. Facebook en De Papieren Man. Of noodzakelijke administratieve rompslomp. Een vriend stelt voor in juli naar Sicilië te gaan, zodat ik allerlei verhalen op internet over dat eiland ben gaan lezen. Ik wil!
11.00 Ontbijt. In mijn huis bestaat dat vaak uit boekweit met fruit en een liter groene thee. Wilde mango, peer en walnoten; ik kan het iedereen aanbevelen.
11.30 Mijn werkdag begint en ik tik dit berichtje. Daarna open ik het document dat uiteindelijk een roman moet worden. Op dit moment is het nog een veelkoppig monster van hoofdstukken, fragmenten en aantekeningen. Soms raak ik in de chaos de weg kwijt. Dan denk ik: in minder dan 500 pagina’s lukt het me niet. En soms schrijf ik soepel een hoofdstuk waarin ik zoveel draden verweef dat het dichtheid en compactheid belooft. Iedere dag een stapje verder. Schrijven is toewijding en vertrouwen hebben dat de roman zich uiteindelijk wel kristalliseert.
Over ongeveer acht uur (onderbroken door een yoga sessie en een lunch) zal ik mijn pen weer neerleggen. Dan begint mijn avond met een goed glas Italiaanse wijn.