Aardbewoners: de mens
Een oude man loopt op het trottoir met zijn blik op de tegels gericht. Zijn aangelijnde hond trippelt onopgemerkt achter hem aan en snuffelt dat het een lieve lust is. Steeds wanneer het beest zijn poot heft om te plassen, trekt de achteloze man hem omver. Pas aan het einde van de straat lukt het de hond een straal tegen een lantaarnpaal te piesen.
Op de fel verlichte bar van een buurtrestaurant maken de kok en de serveerster na sluitingstijd een nummertje. Toevallige passanten blijven geamuseerd staan of lopen gegeneerd door. Totdat de vrouw op de bar bemerkt dat de rolluiken nog niet gesloten zijn en ze met een zwaai van haar arm de stekker uit de verlichting trekt.
Tussen de goedgevulde rekken van een supermarkt staan een man en een vrouw boos tegen over elkaar. De man draagt een chique maatpak en de vrouw heeft uren besteed aan het stileren van haar kapsel en het aanbrengen van haar masker van make-up. Ze maken ruzie over welk merk mosterd ze zullen kopen.
Een zonnige dag in het park met tientallen jonge gezinnen. Moeders roepen sussende woorden naar hun kroost. Rustig-aan, schreeuw-niet-zo, gedraag-je. Dan komt er een vader aanrennen met drie kinderen. Hij flappert met zijn lange jas alsof hij een eend is die wil opvliegen. Binnen no time heeft hij een schare joelende kinderen achter zich verzameld. En alle moeders kijken goedkeurend toe.
‘Uit bovenstaande alledaagse observaties kunnen we concluderen dat we het begrip “overlevingsinstinct” ruim moeten opvatten om de diversiteit aan menselijk gedrag te kunnen begrijpen.’ (Uit de studie Aardbewoners per soort, hoofdstuk 7 ‘De Mens’)