|
Elliott smith
Bijdrage aan de special Groeten van Rottumerplaat,
samengesteld door Joost Zwagerman
WahWah - nummer 10 - mei 2008
Muziek is altijd iets van anderen geweest.
Mijn vader draaide platen van zijn Cliff Richard, mijn broer speelde cassettes
af van zijn U2 en ik luisterde op de walkmans van klasgenoten naar de
klanken van hun Duran Duran. De muren van mijn tienerkamer waren met idolen
behangen, maar de popperige gezichten van Whitney, Madonna en Gloria zijn
me beter bij gebleven dan hun hits.
Op de universiteit was het niet anders. Muziek werd mij aangereikt en
ik genoot van de favoriete albums van anderen zonder dat ik zelf op zoek
ging naar wat me raakte. Randy Newman, Tom Waits en The Cure: schraal
is mijn muzikale opvoeding nooit geweest. Mijn vrienden hadden een directe
band met muziek – zij namen albums op, componeerden operettes of
werkten als dj bij de radio. En ik las romans en schreef verhalen.
Muziek is altijd iets van anderen geweest, totdat ik Elliott Smith leerde
kennen. Elliott is van mij.
Vijf jaar voor zijn dood, toen duizenden fans al jaren een nieuwe John
Lennon in hem zagen, werden zes nummers van Elliott Smith in de soundtrack
van de succesvolle film Good Will Hunting opgenomen en groeide
zijn schare bewonderaars uit tot miljoenen. Het was de eerste keer dat
ik na het zien van een film opzocht wie de soundtrack had geschreven.
Het was de eerste keer dat ik anderen naar mijn muziek liet luisteren.
Ik woonde in die tijd al een paar jaar samen met een muzikant, het logische
gevolg van een jeugd vol muzikale vrienden, en hij begreep het wanneer
ik zei dat de liedjes van Elliott Smith in mijn waarnemingsproces een
paar stappen overslaan. Ze worden niet geregistreerd, door mijn brein
geclassificeerd en vervolgens herkend of geïnterpreteerd. Ze spreken
direct tot mijn ziel. De melodieën en teksten, het spel en de stem
van Elliott Smith vormen samen een magische formule die moeiteloos een
weg naar binnen vindt en me woordeloos achterlaat. Wat hij in zijn muziek
zegt, kan ik niet parafraseren.
Elliott Smith heeft altijd geprotesteerd tegen de opvatting dat zijn liedjes
breekbaar zijn en hem bloot geven. Zijn muziek was geen dagboek, ook al
beweerden zijn fans van wel. Zelf stuit ik op woorden als origineel, rechtstreeks
en onbewerkt als ik zijn muziek wil beschrijven. In zijn liedjes vallen
het persoonlijke en universeel menselijke samen.
Mijn favoriete album is niet hetzelfde als het album dat ik op een onbewoond
eiland bij me zou willen hebben. Mijn favoriete album is steeds een ander,
het is muziek die ik in korte tijd grijs draai en waarvan ik intens geniet.
Morissey’s You are the Quarry bijvoorbeeld of The Cardigans’
Long Gone Before Daylight. Het album voor op een onbewoond eiland
bevat muziek die ik jaar in jaar uit aan een stuk door kan draaien zonder
dat het me verveelt, muziek die niet bij dansen, schrijven of dineren
hoort, maar bij het leven en niets minder uitdrukt dan de condition humaine.
Wie naar de muziek van Elliott Smith luistert, staat in dialoog met het
bestaan. Zijn liedjes gaan over drugsverslaving, een gebroken jeugd en
wanhoop, maar de eenzaamheid die uit zijn muziek spreekt, is zo algemeen,
dat het me kan troosten. Niet omdat ik me door zijn muziek minder alleen
voel, integendeel. Zijn muziek is troostend, omdat ik besef dat ik in
een miljoenenstad net zo eenzaam zou zijn als op een onbewoond eiland.
Wanneer hij zingt Everything means nothing to me, wint voor mij
de wereld aan betekenis. Ik herken zijn gevoel van zinloosheid en toch
geeft zijn muziek mij iets wat Elliott zichzelf niet kon geven. De enige
muziek die hem gaf wat hij zocht, was die van The Beatles en Elliott heeft
bekend dat zijn oeuvre niets anders was dan een zich herhalende poging
een van hun nummers te herschrijven.
Misschien is dat wel het lot van iedere artiest, muzikant of schrijver:
een zich herhalende poging iets te creëren dat net zo’n effect
op anderen heeft als de creaties van je voorgangers op jou.
Als kind van de iPod-generatie beluister ik de nummers van Elliott Smith
in willekeurige volgorde. Ik weet dat een album een afgerond kunstwerk
is, maar net zo min als een schrijver de lezer kan dwingen een bepaalde
interpretatie van een roman te accepteren, kan een muzikant eisen dat
zijn nummers in een bepaalde volgorde beluisterd worden. Als ik toch een
album moet kiezen, heb ik de neiging om zijn laatste te nemen From
a basement on the hill, omdat ik in het huis ben geweest waar dat
is opgenomen. Nog geen drie maanden na de dood van Elliott in oktober
2003 zat ik in Malibu in de kelder op de heuvel (waarnaar het album is
vernoemd) mijn eerste roman te schrijven. Maar omdat ik mijn dagelijkse
portie Everything means nothing to me nodig heb en dat liedje
nu eenmaal op Figure 8 staat, zal ik dat album bij me willen
hebben, als mijn bootje in een Zuidwester storm kapseist en ik aanspoel
op Rottumerplaat.
>> terug naar
pagina Publicaties |