|
Schakelaar
Column in de krant van de
Dag van de Filosofie - april
2007
‘Soldes’
staat er in koeienletters op het raam. Alle winkels doen eraan mee, maar
ik heb de uitverkoop tot nog toe vermeden. Een blik op mijn bankafschrift
was voldoende om binnen te willen blijven. Alleen voor boodschappen en
een frisse neus mocht ik de deur uit.
Nu sta ik stil voor de etalage van een woonwinkel. Op een marmeren tafel
tussen lampenkappen en kandelaars staat een ranke porseleinen vaas. Eentje
maar, zijn broers en zussen zijn waarschijnlijk al verkocht. De vorm spreekt
me aan, de grootte, de kleuren, alles is zoals ik het hebben wil.
Voor ik het weet, houd ik de vaas in mijn handen. Hij is zwaarder dan
ik had verwacht. Mijn vingers bevoelen de bodem op zoek naar het stickertje.
Ik hoop dat de prijs zo exorbitant hoog is dat ik beledigd de winkel kan
verlaten. Helaas. De prijs is alles behalve onredelijk.
Ik zet de vaas terug op tafel en doe een paar passen achteruit. Hoe langer
ik ernaar kijk, hoe mooier ik hem vind, maar domweg aan het verlangen
toegeven kan ik niet. Nerveus zoek ik naar argumenten om de vaas niet
te hoeven kopen.
Ik heb hem niet nodig. Bingo! Maar deze vaas is als een kunstwerk en hoeft
dus geen praktisch nut te hebben. Er is geen ruimte voor hem in de kast.
Maar ik was toch al van plan wat boeken weg te doen die ik nooit zal lezen.
Ik kan dit soort aankopen niet alleen doen. Maar hij doet dit soort aankopen
ook alleen, want we houden van dezelfde stijl.
Zodra een dame op de marmeren tafel afstevent, neem ik de vaas opnieuw
in mijn armen. Ik weet nog niet of ik hem houden wil, maar niemand anders
mag er mee weglopen. Met de vaas op schoot ga ik midden in de winkel zuchtend
op een leren bank zitten.
Het frustreert me dat ik geen beslissing kan nemen. Het is prettig dat
ik een ratio heb, dat ik kan nadenken over mijn bestaan, sommen kan maken
en kan beoordelen of een politicus logisch redeneert of zwetst. Maar waarom
heb ik geen schakelaar gekregen waarmee ik die ratio af en toe uit kan
zetten? Er zijn momenten waarop ik helemaal niet wil begrijpen wat er
aan de hand is, maar alleen gegrepen wil worden. Nu bijvoorbeeld, of als
ik in een museum loop, sex heb of in slaap wil vallen.
‘Mevrouw?’ Een verkoopster gebaart dat ik moet opstaan. De
bank waarop ik zit is zojuist verkocht en twee werkmannen staan klaar
om het meubel direct de winkel uit te dragen. Ik heb moeite overeind te
komen en de verkoopster strekt haar armen naar me uit. Ik overhandig haar
de vaas en zij loopt er linea recta mee naar de kassa. Ik loop beduusd
achter haar aan. Zij wikkelt de vaas in dikke lagen papier en stopt hem
in een plastic tas. Ik blader door een folder die op de toonbank ligt.
Zij zet de tas voorzichtig naast me op de grond, herneemt haar plaats
achter de balie en kijkt me indringend aan. Ik pak mijn portemonnee en
overhandig haar mijn creditcard. Er komen geen woorden aan te pas, alleen
een wederzijdse glimlach.
Twee minuten later sta ik buiten. Opgelucht en voldaan. Ik heb een schakelaar
gevonden: ik kan een beslissing aan anderen over laten.
>> terug naar
pagina Publicaties |