Mensen
houden er niet van om door vreemden aangeraakt te worden. Daarom scheppen
we afstand om ons heen. We sluiten ons op in huizen, gaan in de bus zo
ver mogelijk bij elkaar vandaan zitten en bieden onmiddellijk onze excuses
aan als onze hand in de supermarkt per ongeluk de hand van een ander raakt.
Canetti heeft dit aanrakingsvrees genoemd: we zijn overdag en 's nachts,
binnen en buiten, thuis en elders altijd bang voor dat ene: de aanraking
van een vreemde. De enige plek waar we volgens Canetti die angst verliezen,
is in de massa.
Stel je een manifestatie voor of een druk bezocht popconcert. Alle door
aanrakingsvrees besmette individuen worden plotseling genezen en men voelt
zich één met de anonieme massa. Het lichaam van een vreemde
is niet langer vreemd, want het behoort tot dezelfde massa als waar ik
zelf toe behoor. We willen de aanraking juist in dit geval: het laat ons
voelen hoe sterk de massa is en hoe we, met elkaar, niet meer bang zijn.
De massa zorgt ervoor dat de aanrakingsvrees omslaat in een aanrakingswens.
|